Op de vrijeschool maken we nadrukkelijk onderscheid tussen de kleuterklassen en de onderbouw, nl. klas 1 t/m 6. Omdat ons onderwijs aansluit op de behoeften en ontwikkeling van het kind vinden we dit pedagogische onderscheid heel belangrijk. Dit brengen we met de termen ‘kleuterklas’ en ‘klas 1 t/m 6’ tot uitdrukking. Dit in tegenstelling tot het reguliere basisonderwijs waar de kleuterklassen verdwenen zijn en vierjarigen beginnen in groep 1 en hun basisschoolperiode afsluiten in groep 8.
De eerste klas is de klas waarin op veel gebieden de basis wordt gelegd, maar ook wordt verder gewerkt aan activiteiten waarvoor al in de kleuterklas een basis is gelegd. Er wordt veel aandacht besteed aan vaardigheden die nodig zijn voor het verdere leren: bijvoorbeeld de schrijfmotoriek en de juiste schrijfwijze van letters, de pengreep, of het leren onderscheiden van klank en betekenis van een woord. Bij het rekenen verkennen de kinderen de wereld van de getallen met behulp van concreet materiaal. Ze beginnen met automatiseren en maken kennis met het tientallig stelsel. In de eerste klas wordt de overgang gemaakt van het meer impliciete leren van de kleuterklas, naar het expliciete leren van de benedenbouw.
In klas 2 leren de kinderen om steeds langer aaneengesloten geconcentreerd aan het werk te zijn. Dat is op verschillende gebieden te zien: in het plezier om langdurig en op eigen wijze de schriften te verzorgen, in het steeds gerichter zelfstandig willen inoefenen van leervaardigheden en in het vermogen om een spel buiten echt uit te spelen. Samenwerking hoeft steeds minder door de leerkracht gestimuleerd te worden. Vanzelfsprekend zoeken de kinderen elkaar op om elkaar te helpen of te stimuleren. Spontaan wordt een lied ingezet in een groepje samenwerkende kinderen en couplet na couplet uitgezongen. Initiatief wordt genomen, waardoor de individuele kinderen meer zichtbaar worden. De blik waarmee de kinderen naar alles wat zich om hen heen afspeelt kijken, wordt scherper. Soms zelfs erg scherp, want het hart van een tweede klasser ligt op de tong. Vriendschappen en emoties wisselen nog snel. Kinderen proberen daarin ook met zichtbaar plezier waar de grenzen liggen. Hoe reageert een klasgenoot wanneer ik boos doe? Hoe reageert een leerkracht, wanneer ik niet gehoorzaam? Op de meest onverwachte momenten tonen de kinderen hun vindingrijkheid in het omgaan met regels en afspraken. Openhartig en spontaan zijn ze wanneer situaties worden nabesproken. Ze willen zo graag leren hoe het allemaal moet.